1 Koningen 13:14

SVEn hij toog den man Gods na, en vond hem zittende onder een eik; en hij zeide tot hem: Zijt gij de man Gods, die uit Juda gekomen zijt? En hij zeide: Ik ben het.
WLCוַיֵּ֗לֶךְ אַֽחֲרֵי֙ אִ֣ישׁ הָאֱלֹהִ֔ים וַיִּ֨מְצָאֵ֔הוּ יֹשֵׁ֖ב תַּ֣חַת הָאֵלָ֑ה וַיֹּ֣אמֶר אֵלָ֗יו הַאַתָּ֧ה אִישׁ־הָאֱלֹהִ֛ים אֲשֶׁר־בָּ֥אתָ מִֽיהוּדָ֖ה וַיֹּ֥אמֶר אָֽנִי׃
Trans.wayyēleḵə ’aḥărê ’îš hā’ĕlōhîm wayyiməṣā’ēhû yōšēḇ taḥaṯ hā’ēlâ wayyō’mer ’ēlāyw ha’atâ ’îš-hā’ĕlōhîm ’ăšer-bā’ṯā mîhûḏâ wayyō’mer ’ānî:

Algemeen

Zie ook: Eik

Aantekeningen

En hij toog den man Gods na, en vond hem zittende onder een eik; en hij zeide tot hem: Zijt gij de man Gods, die uit Juda gekomen zijt? En hij zeide: Ik ben het.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֵּ֗לֶךְ

-

אַֽחֲרֵי֙

na

אִ֣ישׁ

den man

הָ

-

אֱלֹהִ֔ים

Gods

וַ

-

יִּ֨מְצָאֵ֔הוּ

en vond

יֹשֵׁ֖ב

hem zittende

תַּ֣חַת

onder

הָ

-

אֵלָ֑ה

een eik

וַ

-

יֹּ֣אמֶר

en hij zeide

אֵלָ֗יו

tot

הַ

-

אַתָּ֧ה

gij

אִישׁ־

de man

הָ

-

אֱלֹהִ֛ים

Gods

אֲשֶׁר־

die

בָּ֥אתָ

gekomen zijt

מִֽ

-

יהוּדָ֖ה

Juda

וַ

-

יֹּ֥אמֶר

En hij zeide

אָֽנִי

Ik


En hij toog den man Gods na, en vond hem zittende onder een eik; en hij zeide tot hem: Zijt gij de man Gods, die uit Juda gekomen zijt? En hij zeide: Ik ben het.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!